De geschiedenis leert dat in de 12de eeuw er al gesproken is over een ‘houten kerk’ in Epe. Deze stond op dezelfde plek als de huidige Grote Kerk. Na diverse verbouwingen en uitbreidingen gedurende de volgende eeuwen heeft het zijn huidige vorm gekregen. Uit een akte van 1176 lijkt dat de kerk van Epe een moederkerk was, waaraan de kerken (kapellen) van Hattem, Heerde, Vaassen, Vorchten en Oene toen ondergeschikt waren. Een moederkerk is te herkennen aan het ‘moederkruis’: een kruis waarbij op de twee zijarmen een klein kruis staat.
In de zomer is de kerk regelmatig opengesteld en zijn er orgelbespelingen.